Arenden op Terschelling
Sinds dat de Waddenzee een Werelderfgoed is, zie je steeds meer buitenlandse toeristen op Terschelling. Niet alleen Duitsers en Belgen, maar ook mensen van veel verder weg. Uiteraard kom je deze mensen het meest tegen in de drukke vakantieperiodes, maar sommige vreemdelingen heb je juist in het voor- en najaar. Dat is het geval bij vogels. Door de warme luchtstroming is er de afgelopen dagen een massale trek van roofvogels langs de Waddeneilanden. Dan hebben we het niet over een buizerd of havik, maar over een hele rits van bijzondere soorten.
De vogelwachters op de Boschplaat zagen op één dag 12 soorten roofvogels, waaronder een paar behoorlijk imposante: 6 visarenden, 1 zeearend, zwarte wouwen, roodpootvalk, grauwe kiekendief, blauwe kiekendief, bruine kiekendief, steppenkiekendief, torenvalk en natuurlijk de buizerd. Die eerste twee kan je haast niet over het hoofd zien en ook voor de leek vallen deze twee arenden op. De zeearend bivakkeerde rondom de Tweede duintjes en veranderde in de lucht de kiekendieven in mussen. Niet voor niets noemen ze deze arend ‘de vliegende deur’. Ook de visarenden zijn een flink stuk groter dan ene normale buizerd en hebben daarnaast een mooie tekening. Deze zijn onderweg naar hun broedgebieden in Noord Duitsland of Scandinavië.
Zelf zag ik boven de Koegelwieck afgelopen zondag twee zwarte wouwen. Je kan ze vrij makkelijk onderscheiden van een buizerd doordat ze een gevorkte staart hebben. Zolang de zuidelijke stroming aanhoudt blijven waarschijnlijk de roofvogels ook wel langstrekken. Ogen open dus.
Foto’s: Marc van der Aa
